geschreven door Rob van der Steen
geschreven op 12 januari 2021

Dubbel pech: slachtoffer door ongeval én secundaire victimisatie door houding verzekeraar

Het zal je maar gebeuren; letselschade oplopen bij een ongeval door toedoen van een ander en vervolgens in de schaderegeling met de verzekeraar extra (psychische) schade oplopen door een trage gevalsbehandeling met een “alles betwistende” houding van de verzekeraar.

We noemen dit in de letselschade secundaire victimisatie. Iemand wordt naast het ongeval nogmaals slachtoffer doordat de afwikkeling met de verzekeraar erg stroef loopt en daar (terecht) gefrustreerd over raakt. Helaas is dit geen fictief voorbeeld maar komt dit regelmatig voor in de praktijk van alledag.

Recent heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de oorzaken van langlopende letselzaken . Ook hierin kwam naar voren dat het regelmatig voorkomt dat behandelaren aan de zijde van de verzekeraar niet of niet-tijdig reageren. En als ze dan reageren stellen ze herhaaldelijk erg belastende vragen die leiden tot veel (extra) frustratie bij het slachtoffer. Het slachtoffer krijgt het gevoel zich steeds te moeten verantwoorden, terwijl hij/zij niet om deze situatie heeft gevraagd. Juist door toedoen van een ander is het slachtoffer in deze situatie terechtgekomen.

Aanvullende schadevergoeding bij secundaire victimisatie

In het geval van vertraging in de uitkeringen van de verzekeraar heeft de wetgever de aanspraak op wettelijke rente in het leven geroepen. Echter, een onwelwillende opstelling van of onheuse bejegening door de verzekeraar heeft vaak ook immateriële schade ten gevolge. Het slachtoffer raakt hierdoor gefrustreerd en ontwikkelt daarbij psychische klachten. In dat geval is er aanleiding om de omvang van het smartengeld (de vergoeding voor immateriële schade) te verhogen. Hierdoor krijgt het slachtoffer naast een vergoeding voor het letsel door het ongeval ook een compensatie ten gevolge van de inadequate houding van de verzekeraar.

Indien de houding van de verzekeraar echt de spuigaten uitloopt, kan in bijzondere omstandigheden zelfs sprake zijn van een zelfstandige grondslag voor een schadevergoeding vanwege secundaire victimisatie. Er is dan niet slechts sprake van een verhoging van het smartengeld maar een volledige vergoeding voor secundaire victimisatie als zelfstandige grond voor schadeplichtigheid.

De centrale vraag is: kan de verzekeraar relevante verwijten worden gemaakt bij de afwikkeling van de schade die hebben geleid tot (extra) schade en die zich vertalen in een vordering op grond van onzorgvuldig handelen?

Meer weten?

Neem gerust vrijblijvend contact op met Rob van der Steen of één van onze andere medewerkers van ons kantoor.